Eén speler heeft de hoepel vast en de andere leerling de vortex
Beide spelers starten bij de start
Op teken van de scheidsrechter rent de speler naar één van de 4 vakken
De speler met de vortex gooit de vortex richting de speler. Als de speler de vortex vangt, is dit een score
De speler die de vortex heeft gegooid rent nu naar een vak. De vortex wordt meegenomen en gewisseld langs het paaltje, de volgende speler staat hier klaar en gooit de vortex.
Er zijn 4 vakken, elke vak staat voor een vast aantal punten
Het team dat het eerst precies (dus niet meer) 11 punten heeft, heeft gewonnen. Het is nu 1 – 0 Daarna begin je weer opnieuw